Eenwordingsbesluiten en kerkorde

D.V. op 15 april a.s. komen de afgevaardigden naar de LV/GS voor het laatst bij elkaar. Zij hebben al het voorbereidende werk afgerond, en hoeven dan alleen nog de officiële en formele eenwordingsbesluiten te bekrachtigen. De kern daarvan is datgene wat al op 2017 als intentie en in 2020 als doel is uitgesproken en waar jaren van voorbereiding aan voorafgegaan zijn:

‘De Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt), in generale synode bijeen, en de Nederlands Gereformeerde Kerken, in landelijke vergadering bijeen, besluiten zich per 1 mei 2023 te verenigen tot de Nederlandse Gereformeerde Kerken.’

Het afgeleide tweede besluit bevat zorgvuldig uitgewerkte bepalingen die onder andere continuïteit waarborgen en het geldend recht vastleggen. Daartoe aanvaarden de Nederlandse Gereformeerde Kerken de kerkorde en regelingen die zijn vastgesteld door de LV/GS van Zoetermeer.

 

 

 

ICHTHUS als logo voor de nieuwe NGK

ICHTHUS als logo voor de nieuwe NGK

Het logo van de nieuwe Nederlandse Gereformeerde Kerken: Jezus centraal

Op 21 maart, de eerste dag van de lente, is het logo van de toekomstige NGK gepresenteerd. Het logo verbeeldt een rechtopstaand ICHTHUS-symbool, het bekende ‘visje’. Met de keuze voor dit klassieke symbool in een nieuwe, eigentijdse vormgeving wordt verbeeld dat de nieuwe kerkgemeenschap voortbouwt op het fundament dat eeuwen geleden gelegd is: Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser. Ook kun je in het logo iets zien van samengaan in een opwaartse beweging van aanbidding. De kleurstelling is gekozen in samenhang met het motto ‘Hoopvol onderweg in Gods wereld’.

 

 

 

Het beeldmerk is opgebouwd uit twee gedeeltelijke cirkels die elkaar ontmoeten. Deze lijnen  vormen samen een staand Ichthus-symbool, het bekende visje. Het Griekse woord ICHTHUS,  dat vis betekent, bestaat uit de eerste letters van de woorden Jezus Christus, Zoon van God,  Verlosser in die taal. Jezus is het fundament van de kerk; in het geloof draait het om Hem. Dat  geven we weer met dit beeld.
In het beeldmerk wordt ook symbolisch verbeeld hoe twee kerkgemeenschappen elkaar ontmoeten. Daar waar de twee gedeeltelijke cirkels elkaar raken, ontstaat een lijnenspel. Kleuren  vermengen zich en vormen samen nieuwe kleuren. Die nieuwe kleuren staan voor de  harmonische veelkleurigheid van de nieuwe Nederlandse Gereformeerde Kerken. Andere  associaties die het beeldmerk oproept zijn een figuur in aanbidding en de emoji van biddende handen.

De kleuren van het beeldmerk staan symbool voor aarde (groen), water (blauw) en licht  (okergeel), verwijzend naar Genesis 1. De kleuren groen, blauw en okergeel sluiten nauw aan  bij het motto van de Nederlandse Gereformeerde Kerken: Hoopvol onderweg in Gods wereld,  dat terugkomt onder het beeldmerk. ‘Hoopvol’ verwijst naar het licht, ‘Gods wereld’ verwijst  naar aarde en water.

Het woordmerk wordt in drie regels onder elkaar geschreven, waarbij het accent ligt op de vetgedrukte woorden ‘Gereformeerde’ en ‘Kerken’. Doordat de woorden zo geplaatst worden, lees je van boven naar beneden de afkorting NGK die hoort bij de nieuwe kerkgemeenschap.

Het beeld- en woordmerk zijn ontworpen door communicatie- en adviesbureau IDD. Een aantal focusgroepen en andere betrokkenen hebben waardevolle inbreng geleverd tijdens het proces van totstandkoming.

 


 

LV schaart zich achter pensioenvoorstel

De harmonisatie van de predikantspensioenen vormde in de aanloop naar de eenwording van NGK en GKv een ingewikkeld dossier. Op 11 maart jl. hebben de afgevaardigden naar de Landelijke Vergadering zich in aanwezigheid van de afgevaardigden naar de Generale Synode achter het voorstel voor die harmonisatie geschaard.

Alleen als de toekomstige Nederlandse Gereformeerde Kerken de pensioenvoorziening voor predikanten uniform geregeld hebben, kan de eenwording van NGK en GKv daadwerkelijk plaatsvinden; predikanten kunnen dan namelijk binnen dat nieuwe kerkverband zonder consequenties voor hun latere pensioenuitkering overgaan naar een nieuwe standplaats. Die uniformiteit, komend vanuit twee heel verschillende systemen, is met het aannemen van het voorstel nu vanuit de LV gewaarborgd. Het NGA-rapport bevat de gedetailleerde voorstellen.

Het voorstel is tot stand gekomen door samenwerking van de Nederlands Gereformeerde instelling voor Arbeidszaken (NGA) met de Vereniging Samenwerking Emeritering (VSE). De GKv-kerken spreken zich er op 12 april in een ledenvergadering van VSE over uit. De verwachting is dat zij ook met het voorstel instemmen.

Nieuwe regio’s, nieuwe kansen

‘Het hart van het kerkverband klopt in de regio’s. Daar ontmoeten de kerken elkaar.’ Dat is de openingszin van de Handreiking nieuwe regio’s, die ruim een jaar geleden geschreven en verspreid is. De huidige 28 classes (GKv) en 8 regionale vergaderingen (NGK) worden bij de eenwording van de beide kerkgenootschappen samengevlochten tot 28 nieuwe regio’s. In alle regio’s behalve Zeeland verandert de groep van kerken die op regionaal niveau samenwerken.

De Regiegroep Hereniging stelde bij de publicatie van de Handreiking: de nieuwe regio’s moeten zelf zorgen dat ze ook daadwerkelijk gevormd worden en gaan functioneren. Het advies was om tijdig te beginnen met kennismaking, en dan te bespreken of er een voorbereidingscommissie nodig is om de overgang van de oude naar de nieuwe situatie te begeleiden.
Recent heeft de Regiegroep gepolst hoe het er in de nieuwe regio’s voorstaat en of er een begin gemaakt is met de kennismaking en de inrichting van het samenwerkingsverband. De uitkomsten van een informatieve belronde laten een wat wisselend beeld zien, maar over het algemeen zijn de kerken vol goede moed aan de samenwerking begonnen.

Samenroepende kerk
In elke regio is een kerk aangewezen als initiatiefnemer om de kerken die samen een nieuwe regio gaan vormen bij elkaar te roepen. De meeste samenroepende kerken hebben die taak inmiddels op zich genomen. Vrijwel alle kerken zijn al eens in het nieuwe regionale samenwerkingsverband bij elkaar geweest om met elkaar kennis te maken of hebben op korte termijn een eerste bijeenkomst gepland staan. Waar niet alle regio’s zich van bewust zijn is dat er kort na de eenwording in mei al een eerste officiële regiovergadering moet plaatsvinden om afgevaardigden te kiezen naar de in het najaar van 2023 geplande synode van Deventer. Zij zullen daar binnenkort nogmaals expliciet aan herinnerd worden.

Meedoen
In de meeste nieuwe regio’s doen alle kerken die erbij ingedeeld zijn daadwerkelijk mee in dat samenwerkingsverband. Van een handjevol plaatselijke kerken is nog niet duidelijk of ze na de eenwording van NGK en GKv deel willen gaan uitmaken van de toekomstige Nederlandse Gereformeerde Kerken. De Handreiking nieuwe regio’s zegt over kerken met moeiten en bezwaren: Er is bij de start van de nieuwe regio’s alle ruimte om over die moeiten en bezwaren met elkaar in gesprek te gaan. Vertrouwen moet groeien en dat groeiproces kost tijd. Het gebeurt vooral als kerken samen op weg gaan achter Christus aan, en bij een open Bijbel het aangezicht van God zoeken.
Voor drie GKv-kerken, namelijk Capelle aan den IJssel-Noord, Vroomshoop en Urk, geldt dat ze al hebben besloten om niet mee te gaan bij de eenwording.

Model
Van regio’s wordt verwacht dat ze een eigen regeling opstellen waarin ze vastleggen welke kerken in haar vertegenwoordigd zijn, wanneer en hoe de vergaderingen worden gehouden en wie welke taken heeft. Sommige kerken zijn daar al mee bezig geweest, maar andere wachten nog op het model dat daarvoor in de maak is. Dat model staat naar verwachting half maart op deze website. In de Handreiking plaatselijke uitwerking van de landelijke hereniging, die nu al op de homepage staat, is ook de nodige informatie te vinden. Die Handreiking wordt geregeld uitgebreid en aangevuld. Op de homepage staat altijd de meest actuele versie.

 

Stop pijn rond hereniging niet weg

Stop pijn rond hereniging niet weg

Een bericht van de Commissie Verzoening en Recht

De officiële datum van de hereniging nadert. Voor veel mensen een moment om naar uit te zien en dankbaar voor te zijn. Maar niet voor iedereen. Je kunt bijvoorbeeld best blij zijn voor de kerken als geheel, maar er tegelijk voor jezelf moeite mee hebben vanwege wat je in het verleden hebt meegemaakt. Nog lastiger wordt het als je het gevoel krijgt dat je daar eigenlijk niet meer over praten mag. Misschien zou je dat zelf ook liever niet doen; want wie wil er nou graag spelbreker zijn? Misschien heb je in de voorbije jaren gedacht: Ach, het duurt nog wel een tijdje, ik ga me daar nu nog niet druk over maken. Maar nu is het bijna zover, en je merkt dat het nog steeds schuurt en wringt.

Een andere groep die misschien nog pijn en verdriet ervaart heeft de kerk verlaten of het geloof vaarwel gezegd. Misschien zijn er in de kring van uw familie, vrienden of kennissen mensen van wie u weet dat zij zelf of via hun ouders of grootouders de pijn van de scheuring hebben ervaren en die nog altijd met zich meedragen.

We zijn ons ervan bewust dat we niet alle pijn en verdriet uit het verleden kunnen wegnemen. God zelf is de enige die alle tranen kan en zal afwissen. Maar wat we wel willen en kunnen, is zoveel mogelijk ruimte bieden om samen het verleden onder ogen te zien en zo mogelijk de weg te gaan van verzoening. En verzoening is echt iets anders dan het verleden in de doofpot stoppen en dan maar proberen het deksel op de pot te houden. Bij verzoening hoort ook: recht doen.

We richten ons daarom nu met nadruk tot individuele gemeenteleden, vroegere gemeenteleden en kerkenraden.

 

Kerkenraden roepen we op in de komende tijd oor en oog en hart te hebben voor die gemeenteleden voor wie het proces van hereniging heel andere gevoelens kan oproepen dan blijdschap en dankbaarheid. En mochten wij als commissie u van dienst kunnen zijn met raad en advies, laat het ons dan ook weten.

 

 

KO: classes en regio’s denken mee

Classes en regio’s dragen bij aan de nieuwe kerkorde

Bijna een jaar geleden, op 13 november 2021, hebben de Generale Synode en de Landelijke Vergadering (GS/LV) de eerste versie van de nieuwe kerkorde aangenomen. Daarna kregen de classes en regio’s de kerkorde toegestuurd met de vraag: is dit hoe we samen kerken willen zijn, of moeten sommige dingen misschien toch anders? Van de gelegenheid om op de kerkorde te reageren is ruimschoots gebruikgemaakt. De reacties van classes en regio’s zijn gebundeld in één document. Je kunt het HIER downloaden.

De Werkgroep Toekomstige Kerkorde (WTK) is met die reacties en voorstellen aan het werk gegaan om de behandeling van de kerkorde door de GS/LV in de zogenaamde ‘tweede lezing’ dit najaar voor te bereiden. De Werkgroep heeft geprobeerd om vragen te beantwoorden en eventuele onduidelijkheden weg te nemen. Ook doet zij, mede naar aanleiding van de reacties vanuit classes en regio’s een aantal voorstellen aan de GS/LV.

Reacties
Een paar reacties uit het land: twee classes houden een pleidooi om de binding aan en het toezicht op de leer bij ambtsdragers krachtiger te formuleren en doen daar ook voorstellen voor. In haar rapport legt de WTK uit waarom zij deze voorstellen niet overnemen. Een andere classis oppert om artikel C5.1 over de openbare geloofsbelijdenis als volgt aan te passen: De kerkenraad bevordert dat elke gedoopte toegroeit naar openbare belijdenis van zijn geloof. De kerkenraad biedt daartoe kerkelijk onderwijs aan. Dit voorstel neemt de werkgroep wel over. In een enkel ander geval adviseert de WTK om bepaalde voorstellen niet nu maar later, na de hereniging te behandelen. Zo vraagt een classis om nu een nieuw ambt in te voeren, dat van evangelist. Dat kan volgens de werkgroep beter besproken worden bij de behandeling van een studie over ambten die de Theologische Universiteit op verzoek van GS en LV momenteel verricht.

Losmaking
Een gevoelig onderwerp was altijd de losmaking van een predikant. Dat wordt in de praktijk gemakkelijk geassocieerd met falen. In werkelijkheid zijn er allerlei uiteenlopende redenen voor. Losmaking kan bijvoorbeeld ook het gevolg zijn van de opheffing van een gemeente. Nu in de kerken de beperkte mogelijkheid komt voor een tijdelijke verbintenis tussen kerkenraad en predikant, is er een extra reden om nog eens goed naar het onderwerp losmaking te kijken. Op aandringen van deskundigen op het gebied van predikantszaken komt de werkgroep met een nieuwe formulering van artikel B12. Dat spreekt dan niet meer van losmaking maar over beschikbaarstelling.

Concretisering
De vaststelling van de kerkorde is niet het enige op het gebied van regels in de kerk. Binnenkort komt de werkgroep, samen met enkele commissies en deputaatschappen, ook met een pakket van regelingen die de kerkorde, waar dat nodig is, nader concretiseren voor de praktijk.

De eindstreep in zicht

Nu het minder dan een jaar duurt tot de nieuwe gemeenschap van Nederlandse Gereformeerde Kerken een feit is, begint de eindstreep van ons werk als Regiegroep Hereniging in zicht te komen. Vanaf oktober zullen de Landelijke Vergadering (LV) van de NGK en de Generale Synode (GS) van de GKv zich buigen over de laatste stappen in het herenigingswerk. Dat doen ze gezamenlijk, maar voor het laatst formeel als afzonderlijke organen.

Hierbij zullen de beide vergaderingen hopelijk goed geholpen worden door ons voorbereidende werk en dat van vele andere werkers aan hereniging. Door middel van een rapport aan de LV/GS doen we verslag van onze werkzaamheden en maken we de balans op: waar komen we vandaan? Waar staan we nu? En waar gaan we naartoe? Hieronder staan een aantal belangrijke punten uit het rapport van de Regiegroep.

Verwondering en dankbaarheid
Allereerst: het is met grote verwondering en in diepe dankbaarheid dat we in de afgelopen jaren mocht werken aan de hereniging van de GKv en de NGK.

We doen ons werk vanuit het besef dat dit samengaan van twee kerkgenootschappen niet alleen een belangrijke stap voorwaarts is in onderlinge liefde en verzoening. We geloven ook dat de hervonden kerkelijke eenheid in dit kleine deel van Gods grote kerk kan bijdragen aan het uitdragen van het evangelie (vgl. Joh. 17). Ten slotte hopen we dat de hereniging een vruchtbaar moment zal blijken in de zoektocht van plaatselijke kerken naar nieuwe en vernieuwde vormen van kerk-zijn, om woorden te gebruiken uit het eerdere document Verlangen naar een nieuwe kerk. Met die plaatselijke kerken bidden wij dat die kerken plekken mogen zijn waar Jezus Christus centraal staat, waar geleefd wordt uit genade, waar mensen veranderen en de blik gericht is op de wereld, waar alle gelovigen samen optrekken, in het bijzonder binnen de nieuwe kerkgemeenschap van de Nederlandse Gereformeerde Kerken.

Terugkijkend constateren we vooral dat het God zelf is die de kerken leidt, ook op de weg naar hereniging. Dit was niet in de laatste plaats te merken tijdens de vorige GS/LV. In onverwachte oplossingen, verbindende woorden en dienstbare eensgezindheid werden telkens weer nieuwe stappen gezet op de weg van hereniging. Een vrucht hiervan was de unanieme vaststelling van de nieuwe kerkorde in eerste lezing op 13 november 2021.

Naast het vaststellen van de nieuwe kerkorde in eerste lezing besloot de GS/LV 2020 ook tot een herenigingsdatum van 1 maart 2023, met als voorbehoud dat er een bevredigende oplossing gevonden moest worden voor het pensioenvraagstuk. Binnen de NGK zijn de pensioenen voor predikanten anders geregeld dan binnen de GKv. Bovendien is er aan GKv-zijde sprake van een financieel tekort. Na een intensief en bij tijden ook spannend proces hebben betrokken partijen elkaar gelukkig gevonden in een oplossingsrichting voor deze kwesties. Dat oplossingsvoorstel behelst onder meer finale besluitvorming over de pensioenen in april 2023, en daarmee een aangepaste herenigingsdatum van 1 mei 2023. Dat is de stip op de horizon waarmee we als Regiegroep nu rekenen.

Stappen naar hereniging
In ons rapport doen we als Regiegroep verslag van het werk dat we in de afgelopen jaren verzet hebben. Leidend is daarbij steeds de vraag: wat moet er allemaal geregeld zijn om op 1 mei 2023 de nieuwe Nederlandse Gereformeerde Kerken op een goede manier van start te laten gaan? Naast de definitieve besluiten over de pensioenvoorziening voor predikanten moeten er door de komende GS/LV globaal gezien nog vijf grote stappen gezet worden.

  1. De nieuwe kerkorde moet definitief, dus in tweede lezing, worden vastgesteld;
  2. Om die nieuwe kerkorde goed te laten functioneren moet een heel pakket aan bijbehorende regelingen worden vastgesteld;
  3. Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden rond het overgangsrecht;
  4. Er moeten besloten worden welke commissies er nodig zijn om het landelijk kerkverband straks goed te laten functioneren.
  5. De beleidsmatige bezinning ten aanzien van de eerste begroting van de nieuwe kerkgemeenschap moet op gang komen. Concreet: welke vraagstukken vragen om investeringen?

Feestelijk moment
Deze stappen zijn vooral van praktische aard, gericht op het reilen en zeilen van de nieuwe kerkgemeenschap. Een groot deel van het rapport van de Regiegroep, evenals een aantal andere rapporten dat op een later moment volgt, is hieraan gewijd. Maar als het goed is zal de hereniging ook een feestelijk moment zijn, gericht op de dank aan God. Daarom vertellen we in ons rapport ook over de voorbereidingen die we aan het treffen zijn voor landelijke, regionale en plaatselijke vieringen van de hereniging.

Investeren in draagvlak
Een groot hoofdstuk in het rapport gaat over het functioneren van de synode binnen de nieuwe kerkgemeenschap. Het is geen geheim dat veel classes en regio’s moeite hebben om afgevaardigden te vinden voor het landelijke vergaderwerk. De groep afgevaardigden die bereid zijn om dit werk te is meestal geen afspiegeling van hoe kerkenraden plaatselijk zijn samengesteld. Die discrepantie baart ons zorgen en we vragen ons in ons rapport af wat er de oorzaak van is. Is deze situatie het gevolg van de ervaren afstand tussen plaatselijke kerken en het landelijke kerkenwerk? Is er sprake van een gebrek aan bekendheid, of zelfs van een negatief beeld van het synodewerk? Wordt er te veel van afgevaardigden gevraagd, of duurt het synodewerk te lang?

Tegen de achtergrond van dit soort vragen en vanuit het besef dat het moment van hereniging vraagt om een investering in de verbinding tussen kerken onderling en tussen kerken en de landelijke kerkgemeenschap doen we in ons rapport een aantal voorstellen om de werkwijze van de synode zo aan te passen dat de afstand tussen de plaatselijke kerken en de synode wordt verkleind en de diversiteit in de samenstelling van de synode wordt vergroot. Dit zijn geen kant-en-klare oplossingen; de Regiegroep wil vooral graag dat er een proces van bezinning en vernieuwing op gang komt.

We hopen dat de GS/LV en de kerken met ons rapport gediend zullen zijn, maar bovenal dat in al het gezamenlijke werk God geëerd wordt. Met die bede bevelen we als Regiegroep ons rapport aan. Veel leesplezier gewenst!

 

Dubbele fusie in Dalfsen

Dalfsen, het mooie dorp in het Vechtdal ten oosten van Zwolle, kent twee betrekkelijk grote vrijgemaakt-gereformeerde kerken en een wat kleinere NGK. Nog wel, want er zijn vergevorderde plannen om samen één gemeente te gaan vormen, na de zomer van 2023. Een dubbele fusie dus. De drie kerkelijke gemeenten die samengevoegd worden zijn Dalfsen West en Dalfsen Oost, beide GKv met respectievelijk 530 en 700 leden, en de ongeveer 200 leden tellende NGK.

In maart 2015 hebben de drie kerken ‘met blijdschap en dankbaarheid verklaard dat ze willen leven in overeenstemming met Gods Woord en de belijdenis en daardoor elkaar herkennen, erkennen en aanvaarden als kerken van Jezus Christus, onze Verlosser en Heiland.’ Zij schaarden zich toen gedrieën achter het plaatselijke document ‘Delen in het Koninkrijk’ en omschreven daarin een heel aantal verlangens die betrekking hadden op hun verhouding tot God, tot elkaar en tot hun omgeving, verlangens die uitgewerkt werden in concrete plannen voor verdere kennismaking en samenwerking. De kerkenraden doen in dat document het voorstel om ‘medio 2023 de definitieve vorm van samenwerking tussen onze drie gemeenten te kiezen.’

Van hart tot hart
Gert Pruim maakt deel uit van de regiegroep van de drie kerken die de fusie begeleidt en noemt de samenwerking bijzonder leerzaam. ‘In Dalfsen werken we met stuurgroepen die weliswaar onder kerkenraadsverantwoordelijkheid functioneren, maar toch een redelijke mate van zelfstandigheid hebben. Iedere stuurgroep (SG) voert het beleid uit op haar gebied, bijvoorbeeld SG Jong (jeugdwerk, catechese, kamp) SG Zondag (inrichting eredienst) en SG Naar Buiten (zending, evangelisatie). Die stuurgroepen bestaan sinds een paar jaar uit leden van de drie gemeenten en staan in dienst van alle drie de gemeenten. De coördinatie loopt via een bestuursmoderamen dat ook uit afgevaardigden van de drie gemeenten bestaat. We hebben de afgelopen jaren dus al heel intensief samengewerkt. Je merkt dat waar de samenwerking gevonden wordt het contact, de relatie bloeit. En wanneer die relatie ontstaat, ga je ook steeds meer gesprekken van hart tot hart voeren. Daarbij maakt het eigenlijk niet uit of je lid bent van de NGK of van één van beide vrijgemaakt-gereformeerde kerken.’

Je merkt dat waar de samenwerking gevonden wordt het contact, de relatie bloeit

Onderling contact wezenlijk
Omgekeerd signaleert Pruim dat leden die nog niet zo intensief contact hebben met broers en zussen uit een van de andere gemeenten zich nog wel eens kritisch opstellen en wat tegensputteren. ‘Daarom is dat onderlinge contact zo wezenlijk in deze fase van het proces. Corona heeft ons dus behoorlijk in de weg gezeten; het plan was eigenlijk om veel meer over en weer elkaars diensten te bezoeken. Intussen hebben we die draad weer opgepakt. De ochtenddiensten worden op twee locaties gehouden waarbij wijksgewijs de bezoekers van de diensten gemixt worden. ’s Middags is er een leerdienst in de Hoeksteen, het gebouw van de NGK, en ’s avonds een VierDeDienst in het Kruispunt, het gebouw van de GKv. De diensten worden bezocht door leden uit alle drie de gemeenten, en door gasten natuurlijk. Voorgangers zijn zowel predikanten die aan de NGK zijn verbonden als collega’s uit de GKv.’

Alles bij elkaar is het een mooi proces. We kijken ernaar uit om samen één gemeente te gaan vormen

Niet overhaast
Pruim noemt de grootste uitdaging in Dalfsen het verschil in omvang. Daarom wordt er niets overhaast in het proces om samen één gemeente te gaan vormen; ze nemen er de tijd voor. Pruim: ‘De regiegroep, bestaande uit leden van de drie gemeenten, adviseert in opdracht van het bestuursmoderamen de drie kerkenraden over welke stappen er op welke manier en op welk moment gezet moeten worden, waarbij ook aandacht is voor de formele samenwerkingsovereenkomsten en andere documenten. Maar op de NGK-manier, dus we leggen niet meer vast dan strikt noodzakelijk is. Alles bij elkaar is het een mooi proces. We kijken ernaar uit om samen één gemeente te gaan vormen.’

Foto bij bericht op de homepage door Onderwijsgek. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 2.5 Netherlands